dinsdag 4 maart 2014

COMPARISON IS THE THIEF OF JOY


Als er íets is dat ik de afgelopen dagen heb geleerd, is het dat je jezelf niet moet vergelijken met anderen. Ja ik weet het, deze uitspraak is inmiddels enorm cliché. Je hoort hem namelijk al voorbij komen sinds je in de kleuterklas zit. Alleen wordt 'ie dan anders geformuleerd: 'Als hij van de brug springt, doe jij dat dan ook?' Nee duh! Natuurlijk niet. Duidelijk.

Er zijn echter ook 'zaken' waarbij dit minder duidelijk is en één ervan is precies de reden waarom ik juist de afgelopen dagen veel heb geleerd over het vergelijken met anderen; carnaval.
'Maar Robi, dat is toch écht iets voor jou? Dan kun je lekker gek en druk doen zonder dat iemand er iets van zegt!' 'Je staat er ook gewoon niet open voor, je hebt vooraf je oordeel al klaar.' 'Ga gewoon mee joh, je vindt het vast wel leuk als je er eenmaal bent.'


Oké, oké, misschien hebben ze gelijk. Als iedereen het zo te gek vindt, dan moet er toch wel iets leuks aan zijn? Misschien moet ik het toch nog een keer proberen.
Vol goede moed stap ik de carnavalswinkel binnen om accessoires te scoren. Het deel van het verkleden vind ik overigens wél leuk, dus deze drempel was niet erg hoog en na een kwartier stap ik met een tas vol matchy fee-spulletjes naar buiten. Diezelfde avond hijs ik mezelf in mijn kostuum en vertrek ik zonder vooroordelen (ja, ik stel me open!) naar mijn vriendinnen. Daar aangekomen is iedereen al helemaal in de sfeer, de wijn staat op tafel en iedereen is verkleed. Mijn vriendin vraagt mij om leuke muziek op te zetten, dus thank god, géén carnavalsmuziek! Oké, het valt inderdaad mee. Ik schenk een glas limonade in voor mezelf (ja, lach maar even, ik ben het gewend), want ik houd er niet van om dronken te worden en ga rustig op een barkruk zitten. De mensen om me heen drinken echter wél alcohol en na een tijd hebben zij wél behoefte aan carnavalsmuziek. Maar goed, ik ging me openstellen toch? Dus ik oordeel niet en 'probeer' het leuk te vinden. Na een tijdje heb ik het toch gehad met die muziek en ik ben erg moe geworden van het gek doen en alle verklede mensen. Nee, sorry, maar ik ga niet meer mee naar de kroeg. Dit was weer even genoeg carnaval voor vandaag, maar het was pas dag 1, ik kan het nog vier dagen proberen. Na een rustdagje ga ik twee dagen later weer vol goede hoop op pad. Wel pas 's avonds, de hele dag houd ik niet vol. 

Ik zwerf door de verschillende kroegen, die zijn omgetoverd tot een carnavalswalhalla. Iedereen is stomdronken en lijkt het naar zijn zin te hebben. Ikzelf heb het echter niet zo naar mijn zin. Het is hartstikke druk en terwijl ik me een weg door de dronken, zwetende, hossende massa probeer te vinden, blijven mijn vleugeltjes overal achter hangen, wordt mijn haarband constant van mijn hoofd geplukt en moet ik moeite doen om de graaiende mannenhanden van me af te slaan. Na een uurtje rondgelopen te hebben, denk ik: 'Wat doe ik mijzelf in godsnaam aan? Ik vind dit helemaal niet leuk! Dit wist ik eigenlijk al van tevoren. Waarom sleur ik mezelf hier naartoe?'
Juist, omdat iedereen het leuk vindt en 'omdat het echt wat voor mij is.' Nou, niet dus, ik wens iedereen nog heel veel plezier, maar ik doe er niet meer aan mee.

Naast carnaval, zijn er meer situaties waarbij ik het erg moeilijk vind om mijzelf niet met anderen te vergelijken. Geregeld schieten de gedachten: 'als iedereen het kan, moet ik het toch ook kunnen?' door mijn hoofd. Zo ook toen ik een tijdje geleden begon met werken in een café, dat tot vier uur 's nachts geopend was. Doordeweeks ging ik naar school en vrijdag- en zaterdagnacht werkte ik dan in die kroeg. Ja, inderdaad, ik gooide mijn hele ritme om en haalde de structuur volledig weg uit mijn leven, maar dat konden mijn collega's toch ook? Dus ik zette door. Een half jaar lang. Toen kwam ik erachter dat ik het niet aan kon. Mijn stage- en studieresultaten begonnen eronder te lijden. Zonder dat werk had ik al moeite om mijn studie op de rit te houden, maar nu maakte ik het mezelf wel erg moeilijk. Het was lastig voor me om te accepteren dat ik het niet kon, en anderen wel.
Ik neem vaak teveel hooi op mijn vork, omdat iedereen dat kan en doet. Maar eigenlijk heb ik ontzettend veel behoefte aan rustmomentjes, om even alles te kunnen verwerken, en aan structuur. Veel meer dan anderen. Dat moet ik accepteren, vroeg of laat kom ik mezelf toch iedere keer weer tegen.

Geen opmerkingen: